GUSTAR betekent in het Spaans ‘leuk vinden’, maar ook ‘lekker vinden’
en ‘mooi vinden’! Het werkwoord GUSTAR past zich in getal aan datgene wat leuk,
lekker of mooi gevonden wordt:
Me gusta el vino tinto. Ik vind rode wijn lekker.
Te gustan las tapas. Jij houdt van tapas.
Le gusta el flamenco. Hij houdt van Flamenco.
Nos gusta hablar español. Wij vinden het leuk om Spaans
te spreken.
Os gusta la vida en España. Jullie houden van het leven in
Spanje.
Les gusta Valencia. Zij vinden Valencia
mooi.
Waar houden jullie van?
¿Qué os gusta a vosotros?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten